h

Motie tegen SP: Ongegrond

5 november 2013

Motie tegen SP: Ongegrond

De SP stelde afgelopen dinsdag 29 oktober vragen in de raad met betrekking tot het proces richting sluiting van de school in Veulen. Wethouder Jansen had in de pers en de poltiek niet de waarheid gesproken en het proces hiermee verstoord. In plaats van het erkennen van de feiten leverde het de SP een ongegronde motie van verontwaardiging op.

Voor de raadsvergadering van dinsdag 29 oktober had de SP naar aanleiding van een eigen onderzoek naar het proces richting sluiting van de basisschool in Veulen een aantal vragen gesteld:
  • Biedt de wethouder zijn excuses aan voor zijn handelen richting ouders, personeel en bestuur van SPOV? en
  • Rectificeert het College van B&W de brief die als antwoord op vragen van het College van Bestuur diende en waarin het achter het verhaal van de wethouder bleef staan.

Op beide vragen was het antwoord teleurstellend genoeg: Nee.

De wethouder blijft bij zijn standpunt dat hij alleen voor de optie 2 jaren open blijven met 3 groepen was. Hij probeert dit kracht bij te zetten met het verslag van de stuurgroep van 8 april en zijn brief aan SPOV van 25 juni. Tussen 8 april en 25 juni is er echter veel gebeurd, maar dat vertelde de wethouder er gemakshalve niet bij. Ook de coalitiepartijen PvdA, CDA en Samenwerking wilden het met steun van de VVD ook liever niet over de inhoud hebben en namen de SP onder vuur over de vorm. Een lange schorsing volgde, waarna genoemde partijen later in de vergadering een zogenoemde motie van verontwaardiging tegen SP Venray indienden. De argumentatie hiervoor was dat onze conclusies onzorgvuldig tot stand zouden zijn gekomen en door deze conclusies via de media openbaar te maken we de wethouder onnodig zouden hebben beschadigd.

Maar dan nu de feiten. Op 29 augustus geven bijna alle partijen met hun vragen over het proces de wethouder tijdens de Commissie Welzijn de kans om eerlijk te zijn over de gebeurtenissen. Er is helaas gebleken dat hij tijdens deze vergadering niet helemaal eerlijk is geweest. De strekking van het verslag van de stuurgroep van 8 april was ons reeds bekend, maar verandert niets aan het feit dat SPOV haar besluit op 15 mei bekend maakte. Dit besluit hield in dat aan de ouders de keuze tussen nog een jaar met drie groepen open houden of nog twee jaren met twee groepen zou worden voorgelegd. De overige leden van de stuurgroep reageerden positief op het besluit. De wethouder noemde de boodschap, en daarmee de voorgelegde keuze, in zijn antwoord ‘alleszins redelijk’. Wanneer je pertinent tegen het voorleggen van deze keuze zou zijn, is dit antwoord op zijn minst inconsistent te noemen. Op 25 juni stuurt de wethouder een brief aan SPOV. Vanaf dat moment noemt hij de voorgelegde keuze ineens ‘onmogelijk’ en legt alle schuld voor de ontstane commotie bij SPOV, ook tijdens de genoemde commissievergadering van 29 augustus. De wethouder heeft met zijn handelen dus zichzelf en personeel en bestuur van SPOV beschadigd. Door de commissie en hiermee indirect de raad niet serieus te nemen vraag je om problemen.

In de vergadering werd ons verweten geen hoor en wederhoor toegepast te hebben. Het standpunt van wethouder en de voorzitter van het dorpsradenoverleg zijn inmiddels duidelijk. Dan rest alleen nog het verhaal van de voorzitter van het College van Bestuur, mevrouw Raaijmakers. Laten wij nu net als enige in haar verhaal geïnteresseerd zijn geweest en met haar het gesprek zijn aangegaan. De motie van PvdA, CDA, Samenwerking en VVD tegen de SP is dus niet anders te betitelen dan ongegrond. Het beperken van gezichtsverlies van de wethouder was voor deze partijen belangrijker dan eerlijk zijn naar ouders, personeel en bestuur van SPOV.

Meer lezen:

U bent hier