Het Nieuwe Boeren: een wenkend en hoopvol perspectief?
Het Nieuwe Boeren: een wenkend en hoopvol perspectief?
Er ontstaat op middellange termijn een tekort aan kunstmest en alleen al om die reden proberen boeren met steeds minder van deze spaarzame stof toch zoveel mogelijk land- en tuinbouwproducten op de markt te brengen.
De boeren bevinden zich daarbij in een spagaat; zij worden door de gesel van de markt en de banken gedwongen om grootschaliger meer producten tegen een nog lagere eenheidsprijs te produceren. Daarnaast moeten zij voldoen aan steeds strengere eisen die het milieu aan hen stelt. Denk in dit verband aan de actuele mestproblematiek. Dat in deze ratrace collega-boeren het loodje leggen (af en toe letterlijk!), vormt “part of the game”. Je zou mogen zeggen dat de banken en de grootwinkelbedrijven de boeren aardig in de tang hebben.
De kunstenares Tinkebell (zij van die tas met het leer van haar gewurgde kat) liet recentelijk haar baarmoeder verwijderen. Zij besloot geen kinderen op deze wereld te gaan zetten waar, daar is zij van overtuigd, zondermeer een voedseltekort gaat ontstaan en veel van de 9 miljard bewoners zondermeer de hongerdood tegemoet gaan zien. Zij raadpleegde naar eigen zeggen meerdere wetenschappers. Professor dr., ir. Pablo Tittonell (Argentijn van geboorte) van de Universiteit Wageningen is het niet met haar eens. De aarde kan zelfs voor die 9 miljard bewoners voedsel bieden maar dan onder een aantal voorwaarden. Er moet veel minder gebruik gemaakt worden van kunstmest want die verhoogt al langer de productie niet meer en bederft de kwaliteit van de grond en het grondwater. De boeren moeten wereldwijd willen leren van elkaar; men mag intensiveren maar rekening houden met de ecologisch en biologische mogelijkheden. Praktische voorbeelden waren mais, geteeld onder acaciabomen en een plant die zelf CO2 uit de lucht omzet in een vorm van bemesting in de grond. De fervent nagestreefde productiviteit hoeft daar zelfs niet onder te lijden. De stelling van de professor is dat als Afrika en Zuid-Amerika de opbrengst kunnen verhogen van gemiddeld 2 tot 2,5 ton naar 4 ton per hectare, het voedselprobleem grotendeels kan worden opgelost.
De lezing van professor Tittonell werd vooraf gegaan door een drietal korte documentaires van Wiek Lenssen. De titel van deze korte filmpjes kun je samenvatten onder de titel “De kwestie soja”. De opnamen zijn gemaakt in Brazilië waarvan een in Zuid Brazilië in de buurt van de grens met Paraguay. Ik ben er niet vrolijk van geworden kan ik zeggen want wat je ziet is dat de grootgrondbezitters zich weinig gelegen laten liggen aan het milieu en de leefomgeving van de Indianen. Zo zijn er trieste voorbeelden van het vermoorden van Indianen teneinde ze te intimideren en uit hun natuurlijke omgeving te verdrijven. Of om te voorkomen dat zij een natuurreservaat claimen bij de overheid waar uitgerekend de boeren hun toch al overmatige aantallen hectares bouwgrond willen uitbreiden. Intussen wordt het stukje land dat er voor de Indianen overblijft, ingesloten door drukke autowegen. Er wordt ook veel met pesticiden gespoten waardoor o.a. drinkwater voor de Indianen verontreinigd raakt met diverse ziekten als gevolg. Het gaat daarbij veelal om bestrijdingsmiddelen die in Nederland al lang verboden zijn. Als je verder bedenkt dat die soja voor 80 tot 90 % gebruikt wordt voor veevoer en dat Nederland (met de stimulerende hulp van de Rabobank) een van de belangrijkste afnemers is van die soja dan vraag je je af hoe Nederlandse boeren zonder grond, met een gerust hart stallen mogen bouwen voor 2 tot 3 duizend varkens (onlangs nog door de Raad van State goedgekeurd!). Geen overheid die hen daarbij ook maar een strobreed in de weg legt! Wat zich hier voltrekt is volkomen vergelijkbaar met de ongelimiteerde, door het kapitaal, concurrentie en efficiencyoverwegingen gestuurde en gemotiveerde uitbreiding van alle land- en tuinbouw activiteiten. Wie durft hier grenzen te stellen? Nog enkele rekensommen tot slot die de lezer wellicht aanzet tot minder vlees eten. Wanneer een varkensboer een stal bouwt voor 1000 varkens en hij heeft zelf geen grond (wat niet verwonderlijk is in ons kleine land), levert dat naast het mest-, het gezondheids- en het milieuprobleem het volgende op. Elk varken dat uiteindelijk ongeveer 100-120 kg. voor de slacht moet gaan wegen, heeft aan voer ruim 300 kg. gekost. Als een hectare grond in Brazilië slechts 2,5 ton soja oplevert, zijn er 120 hectare landbouwgrond nodig om 1000 varkens vet te mesten. Hoeveel bos mag het kosten of hoeveel oorspronkelijke leefomgeving van Indianen mag daarvoor onherroepelijk aangetast worden? 120 hectaren soja levert overigens straks (volgens professor Tittonell) wellicht 480.000 kg. voedsel op. Daarvan kunnen 870 mensen, afgezien van hun behoefte aan water, een jaar lang van leven. Misschien is ons pure, kortzichtige, kapitalistische marktdenken aan revisie toe?
Door: Sjef Rambags (SP-lid)
- Zie ook:
- Intensieve Veehouderij
Reactie toevoegen